Rondtrekken in Spanje en Frankrijk

1 en 2 oktober

Maandag 1 oktober

Zoals ik eigenlijk wel had kunnen weten, is het rustig dagje een erg onstuimige dag geworden. Doodmoe en gezandstraald, zit ik nu in onze bus, terwijl ik me afvraag of ik het aandurf om vannacht boven in de bus te gaan slapen. De hele bus gaat op en neer door de harde wind: de Tramontana. Het begint deze ochtend goed met een lekker zonnetje en wat wind, maar niet verontrustend. We besluiten naar het klooster Sant Peres de Rodes te wandelen, wat we vanuit de camping zien liggen op de berg. Vanaf het klooster kunnen we dan doorwandelen naar het dorpje Port de la Selva en dan terug naar de camping. We gaan via een smal stenig pad naar boven en ik merk dat ik er echt even in moet komen. Het klooster ligt op 520 meter boven zeeniveau en de uitzichten onderweg zijn prachtig. Na 1 uur en 40 minuten zijn we bij het oude klooster en na er wat rondgelopen te hebben, gaan we via een smal wandelpad weer naar beneden.


Inmiddels is de wind stevig aangewakkerd. De truien gaan aan en ik moet me goed concentreren tijdens de afdaling om niet van mijn sokken geblazen te worden. Nu is afdalen tijdens het wandelen op van die losse stenen en grind niet mijn favoriete bezigheid. Dat was het vroeger wel, totdat ik tijdens een afdaling op een grindpad vanaf Breche de Roland in Frankrijk ( prachtige wandeling tot op 2800 m hoogte in de Pyreneeën), ineens niet meer kon stoppen en met een vaart naar beneden schoof, waarbij ik hard Bart zijn naam uitriep. Het geluk was met mij, want Bart die voor mij liep, kon nog net zijn arm uitsteken om me op te vangen. Had hij dit niet gedaan was ik de diepte ingedoken. Sindsdien beginnen mijn benen spontaan te bibberen als ik op een steil pad met losse stenen naar beneden moet. Er zijn al situaties geweest dat mijn benen van pap leken te zijn en ik dicht achter bart aan moest lopen, terwijl ik me aan zijn rugzak vasthield. Stapje voor stapje liepen we dan naar beneden. Een wandelstok helpt, maar die had ik vandaag niet mee. Gelukkig zijn m'n benen geen pap vandaag. Rond half twee zien we een rots waar we achter kunnen schuilen tegen de wind én onze boterham kunnen eten. We hebben een prachtig zicht op Port de la Selva en de zee.

Als we uiteindelijk aan zee zijn is de wind nog harder gaan waaien. Het zand stuift de hoogte in en snijdt in onze gezichten. We binden een doek voor onze mond en neus en lopen naar het dorp, waarbij ik meermaals opzij geblazen wordt. We vluchten een cafeetje binnen voor een kop koffie, kijkend naar de woeste golven en luisterend naar de hoge fluittoon van de wind die door de straten waait. Het stormt en we moeten nog terug! Het pad naar de camping is gelukkig een goed wandelpad wat langs de zee loopt. Met de doeken voor ons gezicht lopen we terug, hopend dat het tentdak van onze bus er nog op staat. Dat is gelukkig het geval! We staan op een plek die wat hoger ligt en dat is maar goed ook, want een paar meter verder van ons, stuift het zand tegen de caravans en tenten. Het is lang geleden dat we zo'n storm nog hebben meegemaakt. Nu zit ik dus in de wiebelende bus en schrik ik iedere keer van de felle windvlagen die het tentdak flink doen opbollen. Het blijft vannacht stormen heb ik gelezen op internet. Dat wordt een onstuimige nacht na een onstuimige dag!

Dinsdag 2 oktober

Het is lang geleden dat ik 's avonds nog schrik heb gehad. Vannacht was het echter raak. De stormachtige wind beukte met vlagen tegen het tentdak. We hoorden de windvlaag van ver aankomen, het geluid zwol steeds harder aan en ik zette me bijna automatisch schrap voor de inslag oftewel de aanslag op onze bus. De adrenaline raasde door mijn aderen, waardoor ik klaar wakker was en ieder moment verwachtte dat de bus opgetild zou worden, of in ieder geval het dak kapot geblazen zou worden. Ik had echt schrik! Het lawaai, de wiebelende bus en de schrik, zorgde ervoor dat ik pas tegen vijf à zes uur in de morgen een hazeslaapje kon doen. Ook Bart heeft slecht geslapen, hoewel hij geen schrik heeft gehad ( zei hij ). Zelfs in het toiletgebouw lagen de bladeren en zand opeen gehoopt door de wind. .Omdat het deze ochtend nog steeds hard waaide, besloten we te vertrekken, richting Palamos. Onderweg boodschappen gedaan en in het dorpje Tamariu aan de kust vlakbij Palafrugell op een rots onze boterhammen gegeten. Het waaide nog steeds, maar deze baai lag net goed en we zaten heerlijk uit de wind.

Palamos bleek veel te groot en te druk, dus zijn we doorgereden naar Malgrat de Mar, waar nog een Acsi camping open was. We hebben een Acsi kortingskaart, maar veel campings zijn al gesloten in oktober. Helaas bleek ook Malgrat de Mar echt niets voor ons te zijn. Daarnaast lag de camping langs een spoorweg aan zee. Na enig beraad zijn we het binnenland weer ingereden. Onderweg zien we ineens flinke rookwolken over de snelweg heen waaien, wat het zicht belemmert. Ik zie op een veld naast de weg vlammen en zeg nog tegen Bart: wat stom dat die boer nu rotzooi aan het verbranden is zo vlak naast de weg! Staan daar ineens twee brandweerwagens met man en macht een groot vuur te blussen. Sorry meneer de boer dat ik zo vooringenomen was.

Tijdens het rijden is ook de haak die eerst in mijn neus heeft gezeten er vandoor gevlogen. Tenminste dat vermoeden we want hij hangt niet meer aan de fietshoes en de hoes is gescheurd. Net nieuw en nu al niet meer te gebruiken.

Nu staan we dan bij het dorpje Prades op camping Prades park in een heuvelachtig landschap ten noord westen van Tarragona. Het waait hier niet en het is rustig. Vannacht wat slaap inhalen hoop ik!

Groeten Bart en Angelique

29/30 september

Zaterdag 29 september

Afgelopen nacht hebben we allebei erg onrustig geslapen. We weten niet of het door de knoflook in het eten komt, de rode wijn ( toch maar 1 glas gedronken) of het fietsen. Na het raadplegen van het weerbericht, hebben we besloten zondag camping le Voconce te verlaten en richting Spanje te rijden. We willen daarom vandaag het stadje Vaison la Romaine bezoeken. Met de fiets natuurlijk! Bart heeft een route uitgestippeld. Het stadje ligt zo'n 4 km van onze camping, maar Bart maakt een omweg van 70 km. Even los fietsen zegt hij, want morgen zitten we de hele dag in de auto. Omdat mijn benen redelijk aanvoelen vind ik het prima.

Djezus, ik heb meer afgezien dan op de Ventoux! Het ' los fietsen' blijkt een soort van revanche te zijn voor gisteren, omdat Bart zijn benen de laatste 6 km op de Ventoux leeg liepen en hij daar enigszins van baalde. Hij fietst nu de berg op alsof hij op de hielen gezeten wordt! Nu is dat ook het geval: door mij, want ik rijd altijd achter hem omdat ik de weg niet ken. De laatste 20 km leken uren te duren. Mijn schouders, armen, nek en rug deden flink pijn. Mijn houding op de fiets bergop is heel anders dan thuis op het vlakke. Daarnaast heb ik voor mezelf ook een doel gesteld: ik wil mijn maatje vandaag niet op de hoogste ondersteuning zetten. De benen moeten hard werken! Als we in Vaison la Romaine aankomen, zegt Bart me dat het m'n eigen schuld is dat ik zo moe ben. Had ik mijn fiets maar op stand drie moeten zetten, dat zou hij ook gedaan hebben zegt hij er achteraan. Ja ja, ik ken mijn man inmiddels en hij zou dat juist never de nooit niet gedaan hebben. Maar hij is niet de enige die een uitdaging aan wil gaan! Na de lunch liggen we nu voor de laatste keer hier uit te rusten aan het riviertje. Welverdiend na 74 km bergop, bergaf en bijna 900 hoogtemeters. Het koude water voelt heerlijk op mijn vermoeide spieren en de warmte van de zon laat me lekker doezelen. Na het eten ( toch maar een glas wijn genomen) zetten we onze fietsen alvast op het fietsenrek en word ik zowat omhoog getakeld, doordat een haak van de fietshoes in mijn neus haakt ( het is echt waar!) terwijl Bart aan de andere kant de hoes aantrekt! Zo'n haak in je neus is niet plezant kan ik je vertellen, maar de tranen liepen over mijn wangen van het lachen. Dit kan echt alleen mij overkomen.

Zondag 30 september

Vandaag om 8.45 uur vertrokken richting Spanje. We nemen een stuk van 80 km tolweg. Dit is iets wat we niet snel doen, maar we willen nu ook niet te lang in de auto zitten.'s Middags eten we onze boterham aan het water bij Leucate, waarna we na 400 km om 15.45 uur in Port de la Selva aankomen, een dorpje aan de kust, net over de grens van Frankrijk en Spanje. Aan dit dorpje heeft Bart fijne herinneringen uit zijn jeugd. Hij kwam hier met zijn ouders op vakantie. Wij zitten nu op camping Port de la Vall, direct aan zee. Het is even wennen, want het is er drukker dan op de vorige camping, hoewel er nog veel plaatsen vrij zijn. We installeren ons en maken een wandeling langs de rotskust. De lucht is bewolkt en dat geeft een wat dreigende, maar mooie sfeer aan het landschap. Het is even geleden dat Bart zijn fotocamera nog heeft gebruikt. Tijdens onze fietstochten, maak ik foto's met mijn iPhone omdat de zware camera niet mee te nemen is. Nu laat Bart zich helemaal gaan en sta ik ook eens op de foto Op de terugweg struikel ik nog eens over niks, wat ons allebei weer doet lachen, hoewel ik me langzaamaan begin af te vragen of het wel normaal is dat ik zo onhandig ben. Het eten opwarmen verloopt zonder ongelukken en nu zit ik een beetje tipsy van 1 glas wijn, mijn verhaal te schrijven. Zullen we er morgen een rustig dagje van maken, vraagt Bart me. Prima plan, zeg ik, we kunnen wat gaan wandelen en het dorpje bezoeken. Ben benieuwd of dat rustig dagje ook rustig blijft!

Groetjes Bart en Angelique



26/27/28 september

Woensdag 26 september

Na weer een koude nacht waarbij het kwik tot 4 graden is gedaald, zijn we na ons gebruikelijke ontbijt van fruit, soja vanilledrank, noten en havermout, om 11.15 uur op de fiets vetrokken. Dit is laat voor ons, maar het is vroeg in de ochtend nog te koud om al op de fiets te zitten. We rijden door St. Nazaire le Desert en verder met een mooi klimmetje naar la Motte Chalancon. Steeds weer verbaas ik me erover dat er in deze verlaten en geïsoleerde streek huisjes staan. Van die mooie huizen met lichte stenen en lavendel blauwe luiken. Typisch voor deze streek. Dat mensen kiezen voor zo'n bestaan is bewonderenswaardig. Ik zou het echter niet kunnen. Het is heerlijk om in deze rust en prachtige natuur met vakantie te zijn, maar om er echt te wonen gaat mij iets te ver. We fietsen langs kort geknipte uitgebloeide lavendelvelden, langs dorre zonnebloemen, die in de maand juli met hun gele kopjes naar de zon gericht staan. Langs de nu nog groene wijnranken en oude olijfbomen. Het landschap is divers en groen en de bergen maken het adembenemend mooi. We fietsen in stilte, genietend van deze omgeving. De zon schijnt heerlijk nu.

Rond 12.45 komen we aan in La Motte Chalancon. Het is er stil. De enkele winkeltjes hebben de deuren gesloten. Het is ons al opgevallen dat veel kleine dorpjes uitgestorven lijken. We rijden langs een boulangerie die ook gesloten lijkt. Een mevrouw komt net naar buiten. Het blijkt de eigenaresse te zijn en ze maakt speciaal voor ons een broodje met ham, tomaat, sla en geitenkaas. Koffie heeft ze niet, maar iets verder is een barretje wat nog open is, vertelt ze ons. Daar hebben we in het zonnetje ons broodje gegeten waarna we weer op pad gingen en om 15.30 weer op de camping aan kwamen. Totaal 63 km gefietst met 1240 hoogtemeters. Die middag nog even aan het riviertje gelegen tot de zon achter de berg verdween.

Donderdag 27 september

Gisterenavond hebben we besloten deze ochtend uit Pradelle te vertrekken. Het is hier heerlijk en mooi, maar de ochtenden en avonden zijn erg koud. Ook afgelopen nacht hebben we onder twee donsdekbedden geslapen en moet 's morgens eerst de verwarming aan, voor het enigszins aangenaam is om te kunnen ontbijten in de bus. We nemen afscheid van Denise en rijden door naar Vaison la Romaine, waar we nu op een campingplaats staan met uitzicht op de Mont Ventoux. Het is een redelijk grote camping, maar er staan niet meer dan 10 kampeerders. Héérlijk rustig dus! Het sanitair is erg verouderd, maar proper. Het landschap is hier meer open en we zitten lager en dus ook warmer. Ook deze camping ligt aan een riviertje, waar we deze middag ontspannen hebben gelegen én zelfs het koude water in zijn gegaan.

Morgen hebben we het plan om de Mont Ventoux te beklimmen, de reus van de Provence, met een klim van 22 km en 1609 hoogtemeters vanuit het dorpje Bedoin. Ik ben benieuwd hoe me dit afgaat! Bart staat in ieder geval te popelen om eraan te beginnen.

Vrijdag 28 september

We hebben deze ochtend buiten kunnen ontbijten. Héérlijk! Rond half elf staan we weer op onze trappers en rijden we naar Bedoin, waar we aan de grote klim gaan beginnen. Ik voel me vreemd genoeg licht gespannen. Ik kijk uit naar het klimmen, maar zie op tegen de lange afdaling. Onderweg probeer ik me zoveel mogelijk te concentreren op het mooie landschap en niet aan de afdaling te denken. Zover is het immers nog niet, we moeten eerst de top zien te bereiken. Meer dan tien jaar geleden hebben we deze klim met een mountainbike-tandem gedaan. Loodzwaar was dat. Iedereen gaat ervan uit dat het met een tandem lichter fietsen is en dat is het ook op de vlakke wegen. Ga je echter bergop, trekt de zwaartekracht je dubbel zo hard naar beneden en is het stoempen om vooruit te komen. Daarbij moet je allebei hetzelfde ritme aanhouden wat ook niet altijd handig is, vooral als ik bijna misselijk van vermoeidheid mijn benen het liefst even stil wil houden. Maar we hebben toen de top bereikt in 2 uur en 10 minuten vanaf Bedoin. Nu is het voor mij gemakkelijker vanwege mijn elektrische maatje.

Om 11.40 uur rijden we Bedoin uit en beginnen we aan de klim. Ik neem me voor om de hoogste ondersteuning, zo lang mogelijk uit te stellen. Wel besef ik al gauw dat het zwaar gaat worden. Ik heb ook nog een fietstas bij met inhoud van zo'n 6 kilo en mijn fiets zelf is lomp-zwaar. We halen enkele fietsers in waarvan we ons afvragen of die de top wel gaan halen. Ze lijken ongetraind en te zwaar en trappen met een groot verzet zeer langzaam omhoog. Ik merk dat ik me lichtjes geneer dat ik met een elektrische fiets rijd. Het voelt op een of andere manier alsof ik aan het sjoemelen ben. Maar algauw laat ik de gene voor wat het is. Ik zie enorm veel mannen en vrouwen met een e-bike de berg op en af rijden! Na zo'n drie kwartier fietsen beginnen mijn benen al pijn te doen. Ik moet uiteindelijk mijn voornemen laten vallen en wissel licht balend tussen de hoogste en middelste ondersteuning. Een voordeel: op deze manier kan ik gemakkelijker van Bart wegrijden en foto's maken zodra hij weer in zicht komt.

De top piept regelmatig om het hoekje en vanaf chalet Renard is het nog een steile 7 km klimmen pal in de zon, boven de boomgrens en met een stevige wind op kop. Uiteindelijk komen we na 1 uur en 46 minuten vanaf Bedoin, aan op de top, waar de wind ons bijna van onze fiets blaast. We eten een koek en drinken wat cola en beslissen om aan de afdaling te beginnen. De spanning loopt weer even wat op bij mij. Niet enkel voor mezelf, maar ook voor Bart. Ik zeg hem echt voorzichtig te zijn in de hoop dat de andere weggebruikers dat ook zijn. Uit ervaring weten we dat er hier door auto's en motoren niet altijd rekening wordt gehouden met fietsers. Ze nemen soms de bochten zo scherp dat ze op onze weghelft terecht komen, waardoor we erg goed op moeten letten.

Wat ben ik nu blij met mijn fiets! Er zit namelijk een knop op die ervoor zorgt dat er op de motor geremd wordt en waardoor dan ook de batterij weer wat opgeladen wordt. Op deze manier hoef ik zelf minder vaak en hard te remmen en heb ik meer controle tijdens de 21 km lange afdaling. Op de steile stukken ga ik voor mijn gevoel toch nog hard genoeg, alhoewel Bart mij nu regelmatig een stuk verder naar beneden opwacht. Hij gaat veel sneller en is ook behendiger in de bochten. Later blijkt dat hij een snelheid 72,5 km per uur heeft gehaald. Ik probeer er maar niet teveel bij stil te staan, maar voor mij is deze snelheid zottenwerk. En dan zegt hij dat hij het rustig aan heeft gedaan!

In Maleucene kan ik weer ontspannen en lunchen we buiten op een terrasje. Op de camping aangekomen hebben we 74,5 km en 1938 hoogtemeters op de teller. Als afsluiter van een fijne dag, een uurtje aan het riviertje gelegen en daarna aan het kokkerellen geslagen.

Groeten Bart en Angelique




24/25 september


Maandag 24 september

Vanmorgen op tijd opgestaan. We hebben allebei zin om te gaan fietsen. Omdat het nog erg koud is, ontbijten we binnen in onze bus. De zon komt pas rond half tien ‘s morgens over de berg om ons te kunnen verwarmen. Het is weer even wennen, met z’n tweetjes in de kleine ruimte die dient als woonkamer, eetkamer, keuken, wc en slaapkamer. Maar we hebben verschillende spullen net even anders opgeborgen en het blijkt nu al handiger te zijn. Rond 11.00 uur zitten we op onze fiets voor een rit van 68 km. Het is nog steeds wat fris, een heel verschil met gisteren toen het 31 graden haalde! We kunnen al direct onze benen laten werken want vanaf de camping is het eerste stuk bergop en later bergaf. We fietsen naar col de Pennes. Een mooie klim met een paar pittige stukken van 8 tot 11,5 % stijgingspercentage. Da’s al best zwaar kan ik je vertellen. We genieten volop. De zon doet haar best om tussen de wolken uit te piepen, de uitzichten op de hogere bergtoppen zijn prachtig. Om 12.00 uur staan we op de top van de col op 1040m hoogte. Regenjasjes aan tegen de kou want de afdaling gaat beginnen. Het is oppassen geblazen op de soms smalle bochtige wegen, maar alles gaat goed. We rijden naar het stadje Die, waar we in de inmiddels warme zon koffie met een broodje eten. Op de terugweg moeten we de klim weer maken naar Pradelle. We komen langs de grote witte rotsen die ooit vanaf de berg in het riviertje moeten zijn gevallen en Bart klimt op zijn koersschoenen naar beneden zodat ik een foto kan maken. Je moet er iets voor over hebben toch? Net voor vieren zijn we weer op de camping: totaal 67 km gefietst met een gemiddelde van 22 km per uur en 1121 hoogtemeters,

De campinghond komt ons begroeten en blijft genietend naast Bart staan als hij door hem wordt gemasseerd. Ook honden houden van een lekkere massage door de fysiotherapeut

Die avond eten we bij Denise. Aangezien ik nauwelijks Frans spreek doet Bart het woord en probeer ik de woorden te ontcijferen. We krijgen een geurige pistou soep ( weet niet hoe je het schrijft) met flink wat knoflook erin, daarna een quiche met salade, fromage blanc voor mij en een kaasschotel voor Bart en als laatste les îlles flotante, een dessert waar in ieder geval eiwit en karamel in is verwerkt. Het was echt fijn Denise nog eens te zien! ‘s Avonds lopen we in het pikkedonker met op ons hoofd een lampje, de paar honderd meter terug naar de camping.

Dinsdag 25 september

We hebben het plan om weer een fietstocht te maken. De ochtend loopt echter anders. Na een koude nacht en ons ontbijt in de bus, kom ik terug van mijn ochtend toilet en zie dat Bart een kast los aan het maken is. Hij wil toch nagaan waar het water op de vloer onder het grondzeil vandaan komt. Dus alles uit de kast gehaald, de kast en zelf gemaakte stoel eruit, plaat losgemaakt van de watertank, waarna we constateren dat het, net als achter de bestuurdersstoel, ook onder 1 kast nat is, maar verder nergens anders. We begrijpen er niets van. Ik maak alles schoon en droog terwijl Bart wat water van boven langs de bus giet om te zien of er wellicht iets van buitenaf lekt. Ook dat lijkt niet het geval te zijn. De hele bende dus maar weer teruggezet en ingeruimd. Mocht iemand enig idee hebben waar het water vandaan zou kunnen komen, dan horen we het graag! En nee...ik heb niet in m’n bed geplast!

We beslissen om de fiets op slot te laten en trekken er met de bus op uit voor een ritje door de bergen. Bart kent nog een alternatieve route met een zand en kiezelweg. De oude weg naar Saillans via Rochfourchat. Altijd leuk om de bus te testen en te zien wat hij kan. De bus doet het super! Hij klimt als een volleerd 4 x 4 terreinwagen rustig de steile hellingen op. Ook de afdaling op de kiezels doet hij rustig en beheerst. Uiteindeljk boodschappen gedaan in Crest ( we moeten zorgen dat we genoeg voorraad hebben, want in Pradelle en de directe omgeving is geen winkel).

Terwijl ik aan het schrijven ben, staan we met onze bus vlakbij de oude wei van Denise aan het riviertje. Niemand te bekennen, het is hier heerlijk rustig, enkel het geluid van het kabbelende water. Er ligt klei op de kiezels. Enkele jaren geleden hebben we onszelf helemaal ingesmeerd met deze klei en onze huid werd zo zacht als van een baby. Omdat het water iets te koud is om de klei later weer af te moeten spoelen van onze huid, houden we het bij ons gezicht. Een gratis schoonheidsbehandeling is nooit verkeerd! Mensen wat hebben we het goed!Morgen gaan we toch de fiets weer op.

Lieve groeten, Bart en Angelique


Ons eerste reisdoel

Zaterdag de hele dag gereden. Bij Nancy de snelweg verlaten en verder gereden over mooie rustige binnenwegen, wat goed aveseert zei Bart ( oftewel goed vooruit gaat). Langs de wijngaarden van de Jura en uiteindelijk rond vijf uur aangekomen bij camping Simandre sur Suran, die er verdacht stil bij lag. Lekker rustig dachten we nog, tot we het A4 tje zagen hangen: gesloten... Aangezien de volgende camping in de goede richting zo'n 50 km verder lag, besloten we 5 km terug te rijden naar Chavannes. Bij de camping in het dorpje aangekomen stuitten we op een politie versperring. Een vriendelijke meneer in een geel hesje maakte de versperring voor ons open en we reden het bijna lege campingterrein op. Geen beheerder of receptionist te bekennen, dus zochten we een mooi plaatsje uit en begonnen met koken. Tot het moment dat we zowat van onze stoel vielen van de herrie. Vlak achter ons reden ineens kleine vinnige autootjes met loeiharde motoren en knallende uitlaten als een dolle voorbij: de jaarlijkse auto cross. Licht verbijsterd keken we elkaar aan..het zal toch niet waar zijn! Het zal een raar gezicht zijn geweest: twee aan een tafeltje etende toeristen, die tegen elkaar aan het schreeuwen zijn, om boven het cross geluid uit te kunnen komen.

Uiteindelijk lagen we om half negen in bed, met een zucht van verlichting omdat de cross was afgelopen. Helaas was het een hele korte zucht, want tot 07.30 uur de volgende morgen, hebben we mogen genieten van dreunende hardcore muziek. Niet echt ons ding. De crossers hebben in ieder geval een goei feestje gehad.

Na ons ontbijt zaten we zondag om 08.15 weer op de weg, een onrustige, maar wel gratis overnachting achter de rug.

Die middag ontspannen geluncht aan een meertje bij St. Nazaire en Romans en rond 1500 uur ons eerste reisdoel bereikt: het piepkleine dorpje Pradelle in Frankrijk in de Drome. En piepklein is het, want er wonen nu nog maar zo'n 10 mensen verdeeld over 2 families.

Het is iedere keer weer een beetje thuiskomen als we de prachtige vallei inrijden naar Pradelle, met het riviertje de Roanne dat slingerend de wanden van de kloof volgt. De witte stenen in en rond het groen blauwe water, de hel blauwe lucht.Bart komt hier al vanaf zijn twintigste. Hij is een keer in 3,5 dag, helemaal alleen, vanuit lommel naar Pradelle gefietst! Bijna 1000 km zonder gps, met een grote wegenkaart en dan om de paar dorpjes stoppen om te kijken of hij nog op de juiste route zat. Drie dagen van ongeveer 275 km per dag en dan nog een ruime 100 km in de ochtend. Hij sliep een nacht buiten ergens in het gras en twee nachten in een eenvoudig hotelletje. Ik doe het hem niet na, zelfs niet op mijn elektrisch fiets.

Het brengt ook herinneringen boven aan onze eerste keer in Pradelle in 2003. We hadden nog maar pas een relatie en kampeerden hier op een wei aan het riviertje. Enkel een klein tentje bij ons, koffie maken op een houtvuur, slapen in de buitenlucht onder een fonkelende sterrenhemel, geen douche, dus wassen in het riviertje, geen toilet, dus zitten achter een struik, geen elektriciteit, dus ook geen telefoon, maar wel elkaar en de prachtige natuur.' s Avonds aten we bij Denise op het terras met uitzicht op de wei en de bergen. Denise is de eigenaresse van een klein pension in Pradelle en was iedere keer weer blij als ze ons zag. We zijn verschillende jaren teruggegaan naar Pradelle, om te kamperen op de wei of voor een korte tussenstop op doorreis. Denise is inmiddels 70 en met pensioen. Het pension is gesloten, de wei omgeploegd. Ook vandaag lachte Denise toen ze ons binnen zag komen. We zijn uitgenodigd om morgenavond bij haar te komen eten.

Iets buiten Pradelle staan we nu op camping Le Moulin, met nog 4 of 5 andere kampeerders.Het eten deze avond was een uitdaging. Het viel ons al op dat er veel motten rond fladderden, maar toen we onze worstjes op het vuur aan het braden waren gingen ze massaal in de aanval. Een motten-invasie: op onze haren, op ons gezicht, in de braadpan ( waar ze een snelle dood stierven) en in onze bus. Waarschijnlijk hebben we ook per ongeluk een mot naar binnen gewerkt die tussen de broccoli is beland. En ik heb altijd gedacht dat motten enkel 's nachts actief zijn! Daarnaast kwamen nog drie nieuwsgierige kippen een kijkje bij ons nemen in de hoop op wat lekkers.

Wat onze bus betreft: de problemen zijn nog niet gedaan. Na het moeten vervangen van de motor ivm buitensporig olie verbruik, vervangen van de koppeling, lekkage van het hefdak, ontdekte Bart Zondag ineens water onder het vloerzeil achter de bestuurdersstoel. Ook onder het zeil in enkele kastjes is het nat. Het is om zot van te worden. We hopen maar niet dat de mannen van de garage in Duitsland die onze bus uit elkaar hebben moeten halen, per ongeluk in de watertank hebben geboord. Het zou ook nog de aansluiting op de watertank zelf kunnen zijn zegt Bart. Helaas kunnen we niet bij de tank zonder alle kasten uit de bus te halen! Dat kan dus pas als we thuis zijn. Als het water tot aan onze lippen staat zullen we eerder terug moeten komen.

Vandaag (maandag) gaan we weer eens fietsen. Ben benieuwd hoe mijn benen het doen in dit bergachtige landschap. Het zal goed doen nog eens wat te bewegen, na 2 dagen in de auto zitten.Het weer is in ieder geval prima.

Groeten Bart en Angelique

We zijn vertrokken

We zijn vrijdagmiddag 16.15 uur met ons Volkswagenbusje richting het zuiden vertrokken. Iedere kampeervakantie neem ik me voor om op tijd ‘ alles ‘ klaar en geregeld te hebben. Het is een beetje inpak-paniek. Een kampeervakantie vergt immers een heel andere inpak-aanpak dan een fietsvakantie of laat staan een all-inclusive. Dat laatste is peanuts, zelfs voor mij! Het is niet meer zo erg als enkele jaren geleden, maar een paar weken voor ons vertrek begin ik al met lijstjes van dingen die ik niet mag vergeten, in de hoop ietwat minder gestresst te kunnen vertrekken. Ik ben soms een stresskip. Blijkbaar ben ik de enige, want Bart komt zowat bijna altijd, net voor ons verlof nog met administratieve zaken vanwege zijn praktijk, of hij heeft ineens een lumineus idee om nog iets te gaan maken, te klussen of schoon te maken. Dus voor ons vertrek ben ik een stress-olifant omdat ik ( wederom) geen rekening heb gehouden met Bart zijn ‘netvoorvertreknogtemoetendoen’ dingen. 

Deze keer is ons volkswagenbusje het haasje. Ongeveer 3 weken voor ons vertrek zegt Bart dat hij het fietsenrek aan gaat passen. Onze twee fietsen staan te hoog en komen dus boven onze bus uit. Ik geef toe: het is zéér onhandig: niet alleen moeten we met z’n tweeën mijn zware elektrische fiets boven onze macht tillen om dat ding op het fietsenrek te krijgen, ook moeten we elkaar een paar kilometer voor thuiskomst, steeds herinneren aan het feit dat de fietsen boven de bus uitkomen en we dus niet onder het tunneltje bij ons huis door kunnen rijden. Het is al een keer bíjna fout gegaan : op luttele centimeters voor ons tunneltje, net vóór de beide fietsen onthoofd zouden worden, trapte Bart ineens hard op de rem, waarna ik de veiligheidsriem nog dagen in mijn hals heb gevoeld, maar de fietsen waren gered.

Dus...het zou inderdaad fijn zijn als de fietsendrager lager zou komen te staan. Aangezien mijn man zéér handig is, doet hij dat natuurlijk zelf. Waarom dat niet wat eerder dan 3 weken voor ons vertrek kon, heb ik hem maar niet meer gevraagd. Ook moest er een hoes over onze fietsen komen. Dus fietshoes besteld, helaas net te klein. Terugsturen en nieuwe besteld, helaas veel te groot ( gaat wapperen zegt Bart). Terugsturen en eerste fietshoes weer besteld. Inmiddels was het rek zeer professioneel door Bart aangepast en warempel, de fietshoes paste nu toch. Nu maar hopen dat het rek onze fietsen houdt en deze er niet onderweg afdonderen. Er moest ook nog verlichting onder het rek gemaakt worden, met een nummerplaat, wat mijn vader hoorde en zei dat hij nog zo’n ding had liggen in de garage. Dus ook die heeft mijn klusser onder aan het fietsenrek gemonteerd. Het is natuurlijk handig als de verlichting ook werkt en aangezien we geen stopcontact achterop de bus hebben, was dat de volgende klus. Onze garagist die dat voor ons wil maken, kon pas op 17 september. Omdat de electriciteitskabels helemaal naar voren in de auto geleid moeten worden, heeft Bart ook nog eens de bus van binnen gestript, zodat de garagist gemakkelijker de draden kan doortrekken. Uiteindelijk heeft Bart de garagist 2 avonden geholpen om de benodigde kabels te plaatsen. We hebben onze vakantie maar een week uitgesteld, zodat we vertrekken op 21 september i.p.v. 14 september. 

Intussen kreeg Bart een volgend idee: als ik de achterste passagiersstoel nu eens weghaal, de opbergruimte daaronder vergroot en zelf een stoel maak, vroeg hij me iets minder dan 2 weken voor vertrek. Ook weer een gouden zet, want die passagiersstoel is veel te groot en zit vaak in de weg. Dus stoel eruit, opbergruimte gemaakt mét klep en daarop een rugleuning met twee nieuwe kussens. Het eindresultaat is echt mooi geworden. Daarnaast kan de rugleuning ook nog eens naar voren geklapt worden, zodat we achter de leuning nog spullen kunnen opbergen! Erg blij mee! 

Inmiddels zit mijn hoofd vol van lijstjes en to do dingen die niet op het lijstje staan, maar in mijn telefoon. Ook hierin ben ik de enige, want ik heb Bart nog niet betrapt met lijstjes en een telefoon, laat staan op enige vertrekstress. Voor degenen die het nog niet weten: mijn lieve man is zowat de enige Belg die geen smartphone of gsm heeft. 

Ik tel de dagen af naar vrijdag, zodat we onze bus in kunnen laden en vertrekken. Helaas wel met een dubbel gevoel. Ik had ook bij mijn ouders en familie willen zijn op 23 september, de dag dat mijn zus Moni is overleden. Het blijft een moeilijke periode en ik mis haar, ook al is het nu 4 jaar geleden. Nog maar weinig mensen vragen naar haar, terwijl het zo fijn kan zijn om over haar te praten en herinneringen op te halen. Praten over de dood en zelfdoding al helemaal, is voor velen een moeilijk onderwerp en wordt daarom gemeden. Ik mijd het niet meer, het hoort bij mijn en ieders leven. Maar ondanks het dubbele gevoel vertrekken we met heel veel zin! 

Donderdagavond, na onze laatste werkdag hebben we samen onze gestripte bus weer in de originele staat gebracht en wat opgepoetst. 

Vrijdag nog een aantal laatste klusjes in huis gedaan want het huis moet natuurlijk schoon zijn bij vertrek! Nog maar eens gebeld met onze internet provider want het internet deed het weer eens niet (ik zal jullie niet vervelen met dit verhaal want daar komt geen eind aan). De bus ingeladen en om 16.15 uur eindelijk vertrokken op weg naar onze eerste stop in Luxemburg. 

Groeten Bart en Angelique